Onze collectieve geschiedenis in Nederland

De opening van fototentoonstelling over vijftig jaar arbeidsmigratie in Utrecht is helemaal geslaagd

Op 24 juni werd de fototentoonstelling ’50 jaar arbeidsmigratie in Nederland’ op Utrecht Centraal Station feestelijk geopend. Tijdens de opening waren er naast de burgemeester Sharon Dijksma ook prominenten uit de Italiaanse, Turkse en Marokkaanse consulgeneraals en Tweede Kamerleden aanwezig. 
Volgens initiatiefnemer Sahin Yildirim geven de vijftig foto’s weer hoe in de jaren ’60 en  ’70 duizenden mensen naar Nederland kwamen om te werken. 25 foto’s vertellen het verhaal van de kant van de migrant, en 25 foto’s vertellen het verhaal van autochtone Nederlanders die destijds betrokken waren bij de komst van migranten. Het doel van de tentoonstelling om de verhalen van gastarbeiders vast te leggen en over te dragen aan de nieuwe generatie. “Er kwamen vooral veel jonge, sterke mannen naar Nederland uit bijvoorbeeld Italië, Spanje, Turkije, Griekenland, Marokko en toenmalige Joegoslavië. Ze kwamen strak in pak naar Nederland”, legt hij uit. In de foto’s komen zes thema’s terug zoals gezinshereniging, taallessen en woningnood. Naast de mooie verhalen is er ook aandacht voor minder mooie verhalen: “De eerste generatie had een participatieprobleem, maar bij de tweede generatie ging dat allemaal heel snel. “
Burgemeester, Sharon Dijksma: “We vieren dit jaar vol trots dat Utrecht 900 jaar stadsrechten heeft. Het thema is ‘Stad zonder muren’: open, betrokken, gastvrij en verbonden met elkaar. In het kader van vijftig jaar migratie komt er eind van dit jaar komt er ook een gastarbeiders monument naar Utrecht. Ik wil bij deze de initiatiefnemer, Sahin Yildirim en het bestuur enorm bedanken voor hun inzet voor de migrantengroepen.”
De Turkse Consulgeneraal van Turkije in Amsterdam, Engin Arikan: “De Turkse gemeenschap vormt met bijna 500 duizend Turkse Nederlanders de grootste etnische groep in Nederland. Je ziet dat ze overal vertegenwoordigd zijn. Ze voelen zich in Nederland thuis en zullen niet meer teruggaan naar herkomst land. “
Vertegenwoordiger van Italiaanse Ambassade, Maria Pia Bianconi: “De Italianen veroverden Nederland ongeveer 2000 jaar geleden. Na de tweede wereldoorlog kwamen arbeiders uit Italië naar Nederland. Op dit moment is de relatie tussen Nederland en Italië is goed. Politiek, economisch en cultureel is Italië een belangrijk land voor Nederland. Dat zien we in de persoonlijke verhalen van de gastarbeiders weer terug.”
Consulgeneraal van Marokko in Utrecht, Nabila Azougrah: ” Het is belangrijk dat we dit soort project in Nederland organiseren. Het is heel erg waardevol. De pioniers voelen zich gewaardeerd en gerespecteerd. Ik wil bij deze de heer Yildirim en in het bijzonder het bestuur van Atlas Cultureel Centrum enorm bedanken voor hun inzet en het realiseren van dit mooi project.”

Wij-samenleving

Volgens Yildirim gaat het bij de derde generatie anders: “Hun opleidingsniveau is hoger en ze accepteren Nederland als verblijfland. Ze voelen zich eerder Utrechter, Rotterdammer of Hagenees, dan Turk Marokkaan of Italiaan”, vertelt hij. Hij hoopt dan ook dat de verschillende bevolkingsgroepen in Nederland minder tegenover elkaar komen te staan en dat er in plaats van een ‘wij-zij-samenleving’ een ‘wij-samenleving’ komt.
De foto’s zijn door meerdere fotografen gemaakt en de tentoonstelling is nog tot 17 oktober te bezoeken bij de ingang van het Stadskantoor Utrecht.
Marokko

Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting

Met een groot pak onder de arm komt Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting met zijn oude werkgevers Arnold en John Schat van bakkerij Do Schat. Samen kijken ze naar een filmfragment over de bakkerij in het begin van de jaren zeventig, toen daar veel gastarbeiders werkten. El Banihiati was hun eerste buitenlandse werknemer.

Leuke herinneringen worden opgehaald. Hoe hij begon als schoonmaker, al snel in de bakkerij gebak stond te maken en een eigen wijk kreeg om brood te bezorgen. El Banihiati vond bij hen niet alleen een baan, maar kon ook wonen boven de zaak. Een schilderij “de bakkerij” van Anton Pieck, dat daar hing heeft hij al die jaren bewaard. Hij wil het nu weer terug geven aan de familie Schat.

Turkije

Van arbeider tot politicus

Necati Genç (1932, Gümüşhane) werkte als medisch officier in Turkije. Tijdens zijn dienstplicht in Erzurum won hij medailles met skiwedstrijden. Zijn vader werkte als ambtenaar bij een postkantoor. Hij wilde graag studeren, maar kon geen studiebeurs krijgen. In Ankara volgde hij een vierjarige medische opleiding.

De avontuurlijke Necati Genç is waarschijnlijk de allereerste Turkse migrant in Nederland. Hij kwam in 1959 in Nederland wonen nadat hij vier jaar met een vrachtschip landmijnen naar Amerika, Canada, Engeland en Duitsland had gebracht. Genç was bovendien de eerste Turkse tolk en maatschappelijk medewerker in Nederland.

De opening van fototentoonstelling over vijftig jaar arbeidsmigratie in Utrecht is helemaal geslaagd

Gastarbeiders uit Griekenland

Met de komst van Griekse gastarbeiders in de jaren zestig begon de Griekse gemeenschap pas echt te groeien. In 1966 sloten de Nederlandse en Griekse regering een wervingsverdrag, waarna Nederlandse bedrijven in Griekenland arbeiders konden werven. In de praktijk gebeurde dat overigens al vanaf 1961. Bedrijven zoals de Staatsmijnen, Royal Sphinx (Maastricht), de garenspinnerij NYMA (Nijmegen) en De Vries Robbé (Gorinchem) trokken toen op eigen initiatief naar Griekenland. Bovendien hadden België (1957) en Duitsland (1960) al eerder een officieel verdrag getekend, waardoor er ook een migratie van Grieken uit die landen naar Nederland op gang kwam. Wanneer het werk in de Belgische mijnen te zwaar werd, zocht men vlak over de grens naar betere omstandigheden.

Een grote concentratie Grieken ontstond in Utrecht, waar zij naar verhouding oververtegenwoordigd zijn. In de loop van de jaren zeventig openden de eerste Griekse restaurants hun deuren. Het land werd steeds populairder als vakantiebestemming, wat hun populariteit in Nederland deed toenemen.De meerderheid van de Grieken in Nederland komt uit de noordelijke gebieden Macedonië en Tracië. Alleen in de havenstad Rotterdam wonen ook Grieken van de eilanden en van de Peloponnesos. In de jaren zestig steeg het aantal Grieken door de arbeidsmigratie, totdat de oliecrisis daar een eind aan maakte.

Vanwege de toetreding van Griekenland tot de EU (1981) konden Grieken vanaf 1988 gebruikmaken van het vrije arbeidsverkeer van werknemers. Als gevolg daarvan neemt hun aantal in Nederland vanaf het einde van de jaren tachtig weer toe. In 2010 woonden er 14.241 Grieken in Nederland.

Algerije

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Italie

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Spanje

Spaanse arbeiders 50 jaar in Nederland

Vanaf de jaren ’50 kwamen de eerste gastarbeiders uit Spanje naar Nederland. De Spaanse migranten kwamen vanwege economische redenen maar bij een flink aantal speelde ook politieke redenen een rol. De meesten gingen naar Frankrijk, maar spoedig waren zij ook in Nederland te vinden. Daar werden zij vooral door grote bedrijven geworven, zoals Hoogovens vanaf 1958, in de mijnen, bij Philips Eindhoven, de Twentse textielindustrie, in de Rotterdamse havens en bij de Demka in Utrecht.

Het Franco-regime

In Spanje had Franco met zijn fascistische Falange-beweging zich stevig gevestigd. Hij werd actief gesteund door de Rooms-katholieke kerk. In de context van van de Koude Oorlog streed Spanje ook tegen het communisme. Er werden vier belangrijke Amerikaanse militaire bases in Spanje gevestigd. In feite was deze dictatuur hiermee een soort lid van de NATO. Op het einde van zijn regime probeerde Franco zijn steeds minder populaire bewind te redden. Onder meer door prins Juan-Carlos als zijn opvolger aan te wijzen. Dat kon omdat de monarchie nooit officieel was afgeschaft. De prins kreeg inderdaad de macht na de dood van de dictator in 1975, maar het pakte anders uit dan voorzien. Spanje werd namelijk snel een democratie in de vorm van een constitutionele monarchie. Tien jaar later sloot het land zich aan bij de EEG.