Onze collectieve geschiedenis in Nederland

Van gastland naar nieuw vaderland: ‘Turken zagen hier ook kansen voor hun kinderen’

Gastarbeiders aan het woord bij NOS Sahin YILDIRIM

Ze zouden in eerste instantie maar een of twee jaar blijven. Maar het liep allemaal anders met de gastarbeiders die Nederland uit Turkije haalde. In het begin van de jaren zestig woonden er slechts 22 Turken in Nederland, inmiddels zijn er ruim 400.000 Nederlanders met een Turkse achtergrond.

Het is vandaag precies zestig jaar geleden dat Nederland en Turkije een overeenkomst sloten om arbeiders uit Turkije te werven. Er werd afgesproken dat de gastarbeiders naar Nederland konden komen om te werken. Nederland had ze nodig vanwege de groeiende economie en de opbouw van het land na de Tweede Wereldoorlog.

Het waren vooral jonge mannen die kwamen om geld te verdienen. De 82-jarige Metin Tekinturk was een van de eerste gastarbeiders in Nederland. Hij werkte jarenlang in verschillende metaalfabrieken. Later liet hij zich omscholen en werkte hij voor de gemeente Zaanstad. Salman Karasoylu werkte jarenlang in een kippenfabriek en werd later onder meer adviseur bij de gemeente Enschede.

“Nederland is een heel mooi land als je de taal spreekt”, zegt Yeter Karasoylu:

“Ze werden heel hartelijk ontvangen, want bedrijven hadden grote behoefte aan arbeiders”, zegt Marlou Schrover, hoogleraar economische en sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Bijna alle arbeiders kwamen in fabrieken terecht. “Het was een oplossing voor grote tekorten, ze deden vies en zwaar werk dat Nederlanders niet wilden doen.”

Zichtbaar in straatbeeld

De arbeiders namen ook tradities met zich mee. “Ze kwamen niet alleen met hun koffers maar ook met volksdansen, hun eigen muziek en literatuur naar Nederland. Denk aan de Turkse gastvrijheid of Turks eten zoals kebab”, zegt Sahin Yildirim, auteur van het boek ’60 jaar, 60 verhalen’. Yildirim houdt zich al jaren bezig met migratie en geeft daar gastlessen over.

Volgens Yildirim maakte het ook de Nederlander nieuwsgierig om naar Turkije te reizen, bijvoorbeeld naar badplaatsen als Antalya. Maar de veranderingen leidde soms ook tot onrust in de samenleving. Zo werd de Rotterdamse Afrikaanderwijk begin jaren zeventig dagenlang geteisterd door rellen. Het geweld richtte zich tegen Turkse gastarbeiders die in de zogeheten pensions woonden.

In de loop van de jaren kwamen ook de vrouwen en kinderen van de gastarbeiders naar Nederland toe. De Turkse mannen leefden een vrij geïsoleerd leven, maar door gezinshereniging kwamen ze terecht in gezinswoningen en werden ze veel zichtbaarder in het straatbeeld. In steden verrezen moskeeën, Turkse kinderen kwamen in de schoolklas zitten.

Integratie

Zowel Turkije als Nederland hadden er niet op gerekend dat de Turken zich in Europa zouden vestigen. Volgens Yildirim maakte dat het hele integratieproces lastiger. “Iedereen dacht in de jaren zestig en zeventig dat Turken terug zouden gaan, maar de Turken zagen hier ook kansen voor hun kinderen.”

Bovendien werd er discussie gevoerd over de culturele verschillen. Discussies die tot op de dag van vandaag in de politiek te horen zijn. Zo beklommen de kinderen en kleinkinderen van die eerste generatie Turken de sociale ladder, maar liepen ze ook tegen obstakels aan. Turkse Nederlanders van de eerste generatie zien dat volgende generaties nog steeds te maken hebben met racisme, ook al zijn ze in Nederland geboren.

“Kijk hoeveel mensen nog altijd gediscrimineerd worden om hun achtergrond, denk aan de toeslagenaffaire”, zegt Yildirim. “De nieuwe generatie vraagt zich af wanneer ze volledig geaccepteerd worden, en is daar veel mondiger over”, zegt hoogleraar Schrover.

Een deel van de Turkse Nederlanders voelt zich nog steeds sterk verbonden met Turkije, maar er is ook een deel dat het land van hun grootouders alleen als vakantieland ziet. “Ze zitten tussen wal en schip”, zegt Tekinturk. “Ze horen eigenlijk nergens bij. Ze voelen zich aan de ene kant enorm Turks, maar aan de andere kant hebben ze behoefte aan Nederland.”

U kunt de video interview verder bekijken via onderstaande link:

https://nos.nl/artikel/2533870-van-gastland-naar-nieuw-vaderland-turken-zagen-hier-ook-kansen-voor-hun-kinderen

Marokko

Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting

Met een groot pak onder de arm komt Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting met zijn oude werkgevers Arnold en John Schat van bakkerij Do Schat. Samen kijken ze naar een filmfragment over de bakkerij in het begin van de jaren zeventig, toen daar veel gastarbeiders werkten. El Banihiati was hun eerste buitenlandse werknemer.

Leuke herinneringen worden opgehaald. Hoe hij begon als schoonmaker, al snel in de bakkerij gebak stond te maken en een eigen wijk kreeg om brood te bezorgen. El Banihiati vond bij hen niet alleen een baan, maar kon ook wonen boven de zaak. Een schilderij “de bakkerij” van Anton Pieck, dat daar hing heeft hij al die jaren bewaard. Hij wil het nu weer terug geven aan de familie Schat.

Turkije

Van arbeider tot politicus

Necati Genç (1932, Gümüşhane) werkte als medisch officier in Turkije. Tijdens zijn dienstplicht in Erzurum won hij medailles met skiwedstrijden. Zijn vader werkte als ambtenaar bij een postkantoor. Hij wilde graag studeren, maar kon geen studiebeurs krijgen. In Ankara volgde hij een vierjarige medische opleiding.

De avontuurlijke Necati Genç is waarschijnlijk de allereerste Turkse migrant in Nederland. Hij kwam in 1959 in Nederland wonen nadat hij vier jaar met een vrachtschip landmijnen naar Amerika, Canada, Engeland en Duitsland had gebracht. Genç was bovendien de eerste Turkse tolk en maatschappelijk medewerker in Nederland.

Van gastland naar nieuw vaderland: ‘Turken zagen hier ook kansen voor hun kinderen’

Gastarbeiders uit Griekenland

Met de komst van Griekse gastarbeiders in de jaren zestig begon de Griekse gemeenschap pas echt te groeien. In 1966 sloten de Nederlandse en Griekse regering een wervingsverdrag, waarna Nederlandse bedrijven in Griekenland arbeiders konden werven. In de praktijk gebeurde dat overigens al vanaf 1961. Bedrijven zoals de Staatsmijnen, Royal Sphinx (Maastricht), de garenspinnerij NYMA (Nijmegen) en De Vries Robbé (Gorinchem) trokken toen op eigen initiatief naar Griekenland. Bovendien hadden België (1957) en Duitsland (1960) al eerder een officieel verdrag getekend, waardoor er ook een migratie van Grieken uit die landen naar Nederland op gang kwam. Wanneer het werk in de Belgische mijnen te zwaar werd, zocht men vlak over de grens naar betere omstandigheden.

Een grote concentratie Grieken ontstond in Utrecht, waar zij naar verhouding oververtegenwoordigd zijn. In de loop van de jaren zeventig openden de eerste Griekse restaurants hun deuren. Het land werd steeds populairder als vakantiebestemming, wat hun populariteit in Nederland deed toenemen.De meerderheid van de Grieken in Nederland komt uit de noordelijke gebieden Macedonië en Tracië. Alleen in de havenstad Rotterdam wonen ook Grieken van de eilanden en van de Peloponnesos. In de jaren zestig steeg het aantal Grieken door de arbeidsmigratie, totdat de oliecrisis daar een eind aan maakte.

Vanwege de toetreding van Griekenland tot de EU (1981) konden Grieken vanaf 1988 gebruikmaken van het vrije arbeidsverkeer van werknemers. Als gevolg daarvan neemt hun aantal in Nederland vanaf het einde van de jaren tachtig weer toe. In 2010 woonden er 14.241 Grieken in Nederland.

Algerije

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Italie

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Spanje

Spaanse arbeiders 50 jaar in Nederland

Vanaf de jaren ’50 kwamen de eerste gastarbeiders uit Spanje naar Nederland. De Spaanse migranten kwamen vanwege economische redenen maar bij een flink aantal speelde ook politieke redenen een rol. De meesten gingen naar Frankrijk, maar spoedig waren zij ook in Nederland te vinden. Daar werden zij vooral door grote bedrijven geworven, zoals Hoogovens vanaf 1958, in de mijnen, bij Philips Eindhoven, de Twentse textielindustrie, in de Rotterdamse havens en bij de Demka in Utrecht.

Het Franco-regime

In Spanje had Franco met zijn fascistische Falange-beweging zich stevig gevestigd. Hij werd actief gesteund door de Rooms-katholieke kerk. In de context van van de Koude Oorlog streed Spanje ook tegen het communisme. Er werden vier belangrijke Amerikaanse militaire bases in Spanje gevestigd. In feite was deze dictatuur hiermee een soort lid van de NATO. Op het einde van zijn regime probeerde Franco zijn steeds minder populaire bewind te redden. Onder meer door prins Juan-Carlos als zijn opvolger aan te wijzen. Dat kon omdat de monarchie nooit officieel was afgeschaft. De prins kreeg inderdaad de macht na de dood van de dictator in 1975, maar het pakte anders uit dan voorzien. Spanje werd namelijk snel een democratie in de vorm van een constitutionele monarchie. Tien jaar later sloot het land zich aan bij de EEG.