Onze collectieve geschiedenis in Nederland

1 december 2024: Theatervoorstelling ‘Gastarbeider Mazlum’ en ‘Ozlem’

Op zondag 1 december 2024 organiseert Atlas Cultureel Centrum samen met stichting Tijda een tweeluik theatervoorstelling ‘Gastarbeider Mazlum’ en ‘Ozlem’ in Dakota Den Haag.

Waar : Theater en Filmhuis Dakota

Wanneer: 1 december 2024

Hoe laat: 14.00-17.00 uur

Adres: Zuidlarenstraat 57, Unit 1.10, 2545 VP Den Haag

U kunt de tickets kopen via onderstaande link:

GASTARBEIDER MAZLUM EN OZLEM

Dit tweeluik is ontwikkeld vanuit het kader van 60 jaar arbeidsmigratie vanuit Turkije naar Nederland.

Het indringende migratieverhaal van ‘Gastarbeider Mazlum’ en het aardingsverhaal van zijn geliefde dochter ‘Ӧzlem, dochter van een gastarbeider’.

Twee aangrijpende voorstellingen over mensen die in een vreemd land proberen te aarden. En van deze mensen zijn er maar enkelen die durven af te rekenen. Met dilemma’s als; eenzaamheid, verlatenheid, isolement, discriminatie, onderdrukking, huwelijksdwang en de angst voor femicide, die hen blijft achtervolgen. Dit psycho realistische stuk hebben de schrijvers Damla Yürü en Imam Hasan Çakmak geschreven met de bedoeling om in deze roerende tijden ons bij elkaar te brengen, te stimuleren om met elkaar een dialoog aan te gaan en ons te verbinden met onze gönül.

Zij vertellen over wie zij zijn. De gastarbeiders, hun kinderen en hun kleinkinderen. De eerste, de tweede en de derde generatie en óók alle komende generaties. ‘Wie zijn zij? Wat kwamen zij hier doen en wat hebben zij hier meegemaakt? Waar kwamen zij vandaan? En waarom en hoe zijn zij hier in Nederland terechtgekomen? En vooral; Waar staan zij nu en wat waren de invloeden van cultuur, cultureel erfgoed, opvoeding, opleiding en socialisatie bij hun aardingsproces?

Wij hopen dat u door het zien en het horen van het spel en het ervaren van deze twee verhalen inzicht verwerft in ‘de bevroren tranen van hun ziel’. Door het spel en het verhaal willen zij zich met u verbinden en helen en met u de dialoog aan gaan. Vragen als: ‘Hoe nu verder?’ en ‘Hoe mag het anders…?’ mogen onderzocht worden. Want dat het anders mag, dát is hun wens.

Daarom is er ook na afloop van beide voorstellingen voldoende ruimte voor dialoog. Voor de toeschouwers met elkaar én met de makers. Zo stimuleren zij het gesprek. De verhalen van de gastarbeiders uit de jaren zestig en zeventig, maar ook van hun kinderen en kleinkinderen mogen gehoord worden. Deze tijd heeft het nodig om de gevoelens van onze gastarbeiders en hun nazaten te ontdekken. Hun emoties van pijn en leed hebben zij opgeslagen in ‘het centrum van hun hart’.

In de rijke Turkse taal en cultuur gebruiken ze daar de magische term ‘Gönül’ voor.

Gönül betekent; ‘Voelen met het centrum van jouw Hart’. Naast de bekende Turkse woorden als Döner, Kebab, Yoghurt en het Arabisch/Turkse woord Kismet, wat ‘jouw lot’ betekent, zou het geweldig zijn als zij mede via deze voorstelling het woord ‘Gönül’ mogen introduceren als nieuw belangrijk Turks Nederlands woord.

Laten wij onze Gönül gebruiken om de deuren van een ieders ‘centrum van het hart’ te mogen openen. Want dan ontstaat er ruimte, verbinding, licht en liefde en zo kunnen wij leren helen en toewerken naar een betere, helende maatschappij.

‘Wij zijn van jullie en jullie zijn van ons’.

Van de ene Gönül naar de andere Gönül is er altijd een onzichtbare brug.

Het is aan ons mensen, het is aan onszelf om deze brug zichtbaar te maken.

Komt u naar onze voorstelling kijken en meedoen? Wij zien uit naar onze verbinding.

Marokko

Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting

Met een groot pak onder de arm komt Mohamedi El Banihiati naar de Bemuurde Weerd voor een ontmoeting met zijn oude werkgevers Arnold en John Schat van bakkerij Do Schat. Samen kijken ze naar een filmfragment over de bakkerij in het begin van de jaren zeventig, toen daar veel gastarbeiders werkten. El Banihiati was hun eerste buitenlandse werknemer.

Leuke herinneringen worden opgehaald. Hoe hij begon als schoonmaker, al snel in de bakkerij gebak stond te maken en een eigen wijk kreeg om brood te bezorgen. El Banihiati vond bij hen niet alleen een baan, maar kon ook wonen boven de zaak. Een schilderij “de bakkerij” van Anton Pieck, dat daar hing heeft hij al die jaren bewaard. Hij wil het nu weer terug geven aan de familie Schat.

Turkije

Van arbeider tot politicus

Necati Genç (1932, Gümüşhane) werkte als medisch officier in Turkije. Tijdens zijn dienstplicht in Erzurum won hij medailles met skiwedstrijden. Zijn vader werkte als ambtenaar bij een postkantoor. Hij wilde graag studeren, maar kon geen studiebeurs krijgen. In Ankara volgde hij een vierjarige medische opleiding.

De avontuurlijke Necati Genç is waarschijnlijk de allereerste Turkse migrant in Nederland. Hij kwam in 1959 in Nederland wonen nadat hij vier jaar met een vrachtschip landmijnen naar Amerika, Canada, Engeland en Duitsland had gebracht. Genç was bovendien de eerste Turkse tolk en maatschappelijk medewerker in Nederland.

1 december 2024: Theatervoorstelling ‘Gastarbeider Mazlum’ en ‘Ozlem’

Gastarbeiders uit Griekenland

Met de komst van Griekse gastarbeiders in de jaren zestig begon de Griekse gemeenschap pas echt te groeien. In 1966 sloten de Nederlandse en Griekse regering een wervingsverdrag, waarna Nederlandse bedrijven in Griekenland arbeiders konden werven. In de praktijk gebeurde dat overigens al vanaf 1961. Bedrijven zoals de Staatsmijnen, Royal Sphinx (Maastricht), de garenspinnerij NYMA (Nijmegen) en De Vries Robbé (Gorinchem) trokken toen op eigen initiatief naar Griekenland. Bovendien hadden België (1957) en Duitsland (1960) al eerder een officieel verdrag getekend, waardoor er ook een migratie van Grieken uit die landen naar Nederland op gang kwam. Wanneer het werk in de Belgische mijnen te zwaar werd, zocht men vlak over de grens naar betere omstandigheden.

Een grote concentratie Grieken ontstond in Utrecht, waar zij naar verhouding oververtegenwoordigd zijn. In de loop van de jaren zeventig openden de eerste Griekse restaurants hun deuren. Het land werd steeds populairder als vakantiebestemming, wat hun populariteit in Nederland deed toenemen.De meerderheid van de Grieken in Nederland komt uit de noordelijke gebieden Macedonië en Tracië. Alleen in de havenstad Rotterdam wonen ook Grieken van de eilanden en van de Peloponnesos. In de jaren zestig steeg het aantal Grieken door de arbeidsmigratie, totdat de oliecrisis daar een eind aan maakte.

Vanwege de toetreding van Griekenland tot de EU (1981) konden Grieken vanaf 1988 gebruikmaken van het vrije arbeidsverkeer van werknemers. Als gevolg daarvan neemt hun aantal in Nederland vanaf het einde van de jaren tachtig weer toe. In 2010 woonden er 14.241 Grieken in Nederland.

Algerije

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Italie

Van arbeider tot politicus

Gino Scalzo gaat in 1963 aan de slag in de Nederlandse Kabelfabriek (N.K.F.) in Delft. Zijn broer werkt daar dan al.
Gino wordt op 26 april 1941 in de provincie Palermo op Sicilië geboren. Zijn vader heeft een boerenbedrijf. Als jonge man werkt Gino in de boerderij en in de bouw. Hij komt in Delft terecht na een moeilijke periode van werk en verblijf in Zwitserland en Duitsland.

Scalzo heeft zich op politiek en sociaal front altijd ingezet voor de zwakkeren in de samenleving, niet alleen voor migrantengroepen. Als in 1986 migranten voor de gemeenteraad mogen stemmen, wordt hij gevraagd zich kandidaat te stellen. Hij twijfelt. Hij heeft een voltijdbaan bij de NKF en daarnaast is hij landelijk voorzitter van de FILEF (Federazione Italiani Emigrati e Famiglie), lid van de Districtsraad en de Bondsraad, voorzitter van de bedrijfsledengroep FNV, lid van het landelijke adviesorgaan voor minderheden van de Industriebond en lid van de Commissie etnische groepen.

Daarnaast zit hij in een commissie die het partijbestuur en Tweede Kamerleden van de PvdA adviseert en in de begeleidingscommissie van de Sociale Raadslieden, een adviesorgaan van B&W in Delft.
Na 14 jaar raadslid te zijn geweest en met de komst van zijn eerste kleinkind in 2000, stopt Scalzo met het gemeenteraadswerk. Tot op de dag van vandaag is hij maatschappelijk betrokken.

Spanje

Spaanse arbeiders 50 jaar in Nederland

Vanaf de jaren ’50 kwamen de eerste gastarbeiders uit Spanje naar Nederland. De Spaanse migranten kwamen vanwege economische redenen maar bij een flink aantal speelde ook politieke redenen een rol. De meesten gingen naar Frankrijk, maar spoedig waren zij ook in Nederland te vinden. Daar werden zij vooral door grote bedrijven geworven, zoals Hoogovens vanaf 1958, in de mijnen, bij Philips Eindhoven, de Twentse textielindustrie, in de Rotterdamse havens en bij de Demka in Utrecht.

Het Franco-regime

In Spanje had Franco met zijn fascistische Falange-beweging zich stevig gevestigd. Hij werd actief gesteund door de Rooms-katholieke kerk. In de context van van de Koude Oorlog streed Spanje ook tegen het communisme. Er werden vier belangrijke Amerikaanse militaire bases in Spanje gevestigd. In feite was deze dictatuur hiermee een soort lid van de NATO. Op het einde van zijn regime probeerde Franco zijn steeds minder populaire bewind te redden. Onder meer door prins Juan-Carlos als zijn opvolger aan te wijzen. Dat kon omdat de monarchie nooit officieel was afgeschaft. De prins kreeg inderdaad de macht na de dood van de dictator in 1975, maar het pakte anders uit dan voorzien. Spanje werd namelijk snel een democratie in de vorm van een constitutionele monarchie. Tien jaar later sloot het land zich aan bij de EEG.